Geen enkel huisdier vindt het leuk om tijdens het buitenspelen kleine beestjes op zijn huid te verwelkomen. Daarom beschermen we onze honden en katten met liefde tegen vlooien, luizen, teken, muggen en mijten – vaak met gebruik van middeltjes die een afwendende of dodende werking hebben. Dat is goed, zolang we deze diergeneesmiddelen op een verantwoorde wijze gebruiken. Daarmee beperken we eventuele negatieve effecten op natuur en milieu.
Toen biologisch fotografe Marlonneke Willemsen foto’s maakte van een groep grote-berenrupsen, zag ze iets opvallends. De rupsen, die ze paardenbloemen had gevoerd van een uitlaatstrook in haar buurt, hadden als vlinders moeite om uit hun cocon te komen en waren soms misvormd. Na onderzoek bleken er stoffen aanwezig te zijn in de uitlaatstrook die worden gebruikt in diergeneesmiddelen als anti-vlooien- en tekenmiddelen.
Het onderzoek werd uitgebreid naar 15 parken in 7 provincies. In alle parken bleken de onderzochte paardenbloemen stoffen tegen vlooien, teken en luizen te bevatten. Ook werden er stoffen uit onkruid- en schimmelbestrijdingsmiddelen aangetroffen, die worden gebruikt in de landbouw. Dit vormde een risico voor het milieu en een potentieel gevaar voor andere insecten.
Deze observaties wakkerden opnieuw het besef aan dat we met zijn allen verantwoorder moeten omgaan met antiparasitica voor huisdieren. Want hoewel antiparasitica handig en fijn zijn om je huisdier preventief te beschermen tegen kleine beestjes, zit er dus een keerzijde aan als ze in de natuur terechtkomen.
Heb je dus een huisdier dat je wilt beschermen tegen vlooien, teken of andere insecten? En gebruik je daarvoor antiparasitaire middelen? Zo gebruik je die op een milieubewuste, verantwoorde manier:
- Lees altijd de bijsluiter. Daarop kan bijvoorbeeld staan hoelang een dier niet in open water mag zwemmen nadat je het middel hebt toegediend. Zo voorkom je dat het middel in water terechtkomt waar andere dieren weer van drinken.
- Doe geborstelde haren van je dier bij het restafval – laat ze niet de natuur in waaien als je buiten borstelt.
- Ruim ontlasting op en gooi het bij het restafval. En gooi het thuis niet in de GFT-bak. Zo weet je zeker dat ontlasting van behandelde dieren niet in de natuur terechtkomt.
- Gooi oude medicijnen of restanten bij het klein chemisch afval. En lever dit gescheiden in bij je thuis of bij de dierenarts.
Je dierenartspraktijk kan je daarnaast adviseren over het gebruik van antiparasitica. Zo weet je zeker dat je deze middelen verantwoord gebruikt. Je huisdier direct laten behandelen door de dierenarts kan ook. Dierenartsen volgen bij behandelingen en adviezen de richtlijnen van de ESCAPP. Dit is de Europese autoriteit op het gebied van parasietenbestrijding bij huisdieren.
Aan de hand van deze richtlijnen maakt de dierenarts voor het dier een risicoanalyse. Wandelt je hond bijvoorbeeld rustig door straat en bos, of is het juist meer een jager die vaak de struiken in duikt? Zo kan de dierenarts adviseren of preventieve behandeling noodzakelijk is, en zo ja welk middel tegen vlooien, teken en andere parasieten precies bij hem past. Daarbij kan de dierenarts je ook vertellen hoe je de middelen op de meest verantwoorde manier gebruikt.
Meer informatie
Wil je meer weten over wat je wel en niet moet doen bij het gebruik van antiparasitica voor je huisdier? Lees dan hier verder!
Dr. Paul Mandigers
Dierenarts-specialist en voorzitter van het Cluster Gezelschapsdieren van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).
