Home » De Man » De ‘man op z’n allerbest’ volgens Arno Kantelberg
De Man

De ‘man op z’n allerbest’ volgens Arno Kantelberg

Foto: Carin Verbruggen

Waar te beginnen om als man je eigen stijl te vinden en goedgekleed de deur uit te gaan? Vlak na het verschijnen van zijn nieuwste boek Man op z’n allerbest, geeft modejournalist en ‘Stijlpastoor des Vaderlands’ Arno Kantelberg vijf handvaten als duwtje in de goede richting. 

 
Stijlvol’ betekent al lang niet meer ‘strak in pak’ 

“Er vindt al langer een ‘vercasualisering’ van de garderobe plaats. Strakke pakken met een stropdas zijn eigenlijk bedreigd, zou je kunnen zeggen. Overal om je heen zie je juist athleisure: kleding met invloeden uit comfortabele sportkleding. Zelfs formele kleding neemt daarbij eigenschappen van sportkleding over. Denk aan een koord in plaats van een riem. Dat komt rechtstreeks voort uit joggingbroeken. Die ontwikkeling is al langer gaande. Maar dat is het laatste jaar absoluut versterkt: thuiswerken, de zucht naar gemak en comfort – maar het heeft ook te maken met de stoffen die beschikbaar komen. Het idee van ‘stretch’ was natuurlijk ondenkbaar generaties geleden, toen men nog in tweed rondliep.” 

Het hoeft niet veel te kosten 

“Stijl hoeft helemaal niet duur te zijn. Vooral met alle budgetketens tegenwoordig. Eén grote MAAR: ik zal er altijd voor pleiten om voor duurzame, kwalitatieve kleding te gaan. Je kan beter schoenen kopen die jaren meegaan, dan een goedkoop paar dat na éen zomer de prullenbak in kan. Investeer in een goede, duurzame garderobe. Dat lijkt duur, maar op de lange termijn is dat het niet.” 

Let op kleur en silhouet 

 “Stijl is eigenlijk heel geometrisch te benaderen. Kijk eens in de spiegel naar je outfit en probeer te zien: waarom staat dit me wél – of juist niét. Je ziet het gewoon. Dat kun je afpellen: het heeft vooral te maken met kleur of met silhouet. Als je een beetje bleek bent, dan kun je bijvoorbeeld harde rode kleuren beter vermijden. Dat gaat niet samen. Blauwe tinten werken juist weer sterk bij blauwe ogen. Of hoe donkerder een huidskleur is, hoe beter primaire kleuren daarmee samengaan. Net zoals dat bepaalde kapsels niet voor iemand werken op basis van een gezicht of de vorm van het hoofd. Eigenlijk is stijl dus heel ‘feitelijk’. Daar heb je imago consultanten voor, maar je kan ook gewoon in de spiegel kijken.” 

Kijk eens verder dan ‘broek-overhemd-jasje’

 “Wat ook aardig is de laatste tijd: er wordt veel geëxperimenteerd. Het speelveld voor de man wordt steeds groter. Denk bijvoorbeeld aan invloeden uit de damesgarderobe – nieuwe genderneutrale kleding. Daarnaast zie je tegenwoordig veel overshirts: eigenlijk een overhemd, maar dan met een zwaardere stof. Een man hoeft zich dus allang niet meer vast te houden aan een outfit bestaande uit een broek, overhemd en jasje. Overshirts, safarivest, een cardigan… Tegenwoordig zijn er enorm veel elementen en mogelijkheden te benutten.” 

Het speelveld voor de man wordt steeds groter.

Ga eens die drempel over!

 “Kleding heeft iets ijdels. Maar ijdelheid is een groot taboe voor de Nederlandse man. Wat daaruit is voortgekomen, is dat mannen doen alsof ze geen interesse hebben in mode en stijl. Maar het gaat eerder om het gebrek aan durf dan om desinteresse. Bang voor reacties van anderen. Je moet nooit iets aantrekken waarin je je niet lekker voelt. Maar de vraag is: waarom voel je je er niet lekker in? Durf je niet omdat je zelfbewust bent over blikken van anderen? Je moet dus vaak een drempel over. De ene man heeft daar meer moeite mee dan de ander. En dat is oké. Mocht je het spannend vinden om nieuwe kleding uit te proberen in kledingwinkels: die drempel wordt gelukkig steeds lager nu er veel online uitgezocht en besteld kan worden. Je moet een beetje durven. Vind daar vervolgens je eigen stijl in.” 

Je moet een beetje durven. Vind daar vervolgens je eigen stijl in.

Next article