Home » Diabetes » Onbezorgd leven: de uitdaging van diabetes type 1
Diabetes

Onbezorgd leven: de uitdaging van diabetes type 1

Melanie Meenhorst was 21 jaar toen ze in 2012 de diagnose diabetes type I kreeg. Sindsdien moet ze iedere dag haar bloedsuiker meten en insuline spuiten. Wie deze ziekte heeft, moet weloverwogen met voeding omgaan en regelmatig tevoren berekenen hoeveel insuline nodig is. 

Wat is diabetes type I? 

“Diabetes type I is een auto-immuunziekte. Je afweersysteem valt de cellen aan die insuline maken. Op dat moment stopt je lichaam volledig met de aanmaak van insuline. Daarnaast is diabetes type I een ongeneeslijke ziekte. Dat betekent dat je vanaf het moment dat je deze ziekte krijgt, en dat kan op elke leeftijd gebeuren, je altijd insuline moet spuiten.” 

Wist jij wat je te wachten stond toen je deze diagnose kreeg? 

“Ik werkte destijds als verpleegkundige op een verpleegafdeling. Daar lagen vaak patiënten die ook diabetes hadden, maar vrijwel nooit type I. Dat komt omdat 90 procent van de diabetespatiënten type II heeft. Ik dacht eerst nog dat ik het wel zou redden door te letten op mijn voeding, eventueel aangevuld met een pilletje. Dat type I zo anders is, realiseerde ik me pas later. Ik vond het vreselijk en de eerste periode vond ik het lastig om te accepteren.” 

Hoe is dat nu? 

“Het is zeker niet zo dat leven met diabetes type I altijd makkelijk is, maar ik kan er nu wel goed mee omgaan. Je moet leren leven met deze ziekte. Je kunt niet meer zonder na te denken een frietje eten of uit eten gaan. Je bloedsuikers moeten zo stabiel mogelijk zijn omdat je anders meer kans hebt op complicaties. Wanneer ik naar bed ga, moet ik voor ik ga slapen controleren wat mijn bloedsuiker is. Mocht ik op dat moment nog iets willen snacken of heb ik een hoge bloedsuiker, dan moet ik extra insuline spuiten. Als je een miscalculatie maakt, kan dat betekenen dat je te veel spuit. Dan loop je het risico dat je in je slaap een hele diepe hypo (te lage bloedsuiker) krijgt. De angst om dan niet meer wakker te worden schiet op dat moment weleens door je hoofd. De diagnose heeft mijn onbezorgdheid ontnomen.” 

Begrijpen de mensen om je heen wat jij hebt? 

“Mensen hebben vaak geen idee wat type I inhoudt. Mijn man en mijn kinderen weten natuurlijk wel wat ik heb. Maar als ik een lage bloedsuiker heb, kan ik soms erg vreemd of boos doen en dat is zelfs voor hen soms moeilijk te begrijpen. Als ik uitga, leg ik aan mijn vrienden uit dat áls ik flauwval dat niet door de alcohol komt en dat ze dan een ambulance moeten bellen. Maar veel mensen in mijn omgeving weten nog steeds niet wat een hoge bloedsuiker of een lage bloedsuiker is en wat daarbij komt kijken.” 

Je bent inmiddels diabetesverpleegkundige. Heb je daar bewust voor gekozen? 

“Absoluut. In het begin was ik daar nog niet aan toe. Ik had tijd nodig om ermee te leren leven. Later ben ik mijn ziekte als een pluspunt voor mijn werk gaan. Ik weet uit eigen ervaring wat iemand meemaakt als ze voor het eerst de diagnose krijgen en hoe moeilijk het is om te accepteren dat je met diabetes type I echt levenslang rekening moet houden. Maar ik weet ook dat je nog alles kan doen. Het is weliswaar wat lastiger dan voorheen maar het is zeker mogelijk, vooral met goede begeleiding van het diabetesteam.” 

Next article