Home » Hart & Bloed » Een nadere blik op leukemie
leukemie

Een nadere blik op leukemie

Prof. dr. Bob Löwenberg is een internationale naam in onderzoek en behandeling van leukemie. Hij is verbonden aan de afdeling Hematologie van het Erasmus MC en is onder andere voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van de Maarten van der Weijden foundation. 

Wat is leukemie? 

“Leukemie, ook wel bekend als bloed- of beenmergkanker, is de kwaadaardige ontaarding van bloedcellen en begint meestal in het beenmerg. We onderscheiden myeloïde en lymfatische leukemie, die beide acuut of chronisch voorkomen. Acute leukemie ontwikkelt zich explosiever dan chronische leukemie. Zonder behandeling is de levensverwachting kort, omdat de kanker je hals over kop erg ziek maakt. Chronische leukemie kent over het algemeen een meer geleidelijk verloop, maar ook deze vorm van leukemie kan je acuut heel ziek maken.” 

Wat is de patiëntpopulatie? 

“Jaarlijks worden grofweg 3.000 patiënten gediagnostiseerd met leukemie, waarvan 1.500 met chronisch lymfatische en zo’n 800 met acute myeloïde leukemie. De andere patiënten lijden aan andere vormen van de ziekte. Er bestaat een misperceptie over de leeftijd waarop leukemie het meeste voorkomt. Leukemie is koploper onder de kankersoorten die voorkomen bij jonge mensen. Vaak wordt dan ook gedacht dat leukemie vooral een ziekte van jongeren is, maar dit is onjuist. Zoals met alle kankersoorten, neemt ook bij leukemie de kans om het te krijgen toe met leeftijd.” 

Hoe belangrijk zijn juiste diagnostiek en behandeling? 

“Een goede en snelle diagnose is belangrijk, maar ‘snel’ mag nooit ten koste gaan van ‘goed’. Je wil er snel bij zijn, maar als je diagnosestelling niet accuraat is kan dit je de verkeerde kant op sturen bij de keuze van de behandeling; de ene leukemie is de andere niet. Van oudsher onderscheidden we louter eerdergenoemde typen leukemie, maar inmiddels weten we dat er veel meer subtypen van de ziekte zijn. Die vereisen elk een aparte behandelaanpak.’’ 

‘‘In de eerste plaats haal je dus alles uit de kast om de diagnose zo exact mogelijk te stellen om de juiste behandeling voor de patiënt te kunnen bepalen. Bij de behandeling zelf proberen we allereerst zoveel mogelijk kwaadaardige cellen op te ruimen en een remissie van de ziekte te bereiken, waarmee we bedoelen dat er geen verschijnselen van de leukemie meer te vinden zijn. De afsluitende stap is om met een aanvullende behandeling de laatste, verscholen overgebleven leukemiecellen op te ruimen en de remissie vast te houden. Want er kunnen onzicht-bare kwaadaardige cellen zijn achtergebleven, die later de kop op kunnen steken. Die moeten dus afdoende behandeld worden, eventueel door middel van een stamceltransplan-tatie.”  

Next article