COPD: een slopende en chronische longziekte, die vaak pas laat wordt herkend. Longarts Frits Franssen vertelt over de impact van deze ziekte op het dagelijks leven, het stigma en nieuwe ontwikkelingen in behandelingen.
Een ziekte die je letterlijk de adem ontneemt. Frits Franssen, longarts en hoofd van de afdeling Longziekten in het Maastricht UMC+, ziet dagelijks de enorme impact van COPD op het dagelijks leven. “Normale dingen als traplopen, fietsen en zelfs aankleden kunnen dan een dagelijkse strijd worden,” vertelt hij. “Toch zoekt men pas laat hulp. Patiënten melden zich vaak pas in een vergevorderd stadium, met soms nog maar vijftig procent longfunctie. Klachten zoals hoesten, slijm, kortademigheid en vermoeidheid worden vaak toegeschreven aan roken of ouderdom.”
Hardnekkig stigma
Dat mensen zo lang wachten, komt niet alleen door onwetendheid, maar ook door schaamte en misverstanden. Volgens de arts is het beeld dat COPD vooral een ‘eigen schuld’-ziekte van rokers is, achterhaald. “Zo’n 20 procent van de Nederlandse patiënten heeft nooit gerookt. COPD kan ook ontstaan door een verstoorde longontwikkeling bij vroeggeboorte, astma op jonge leeftijd of langdurige blootstelling aan rook in huis of op het werk.” Dat stigma maakt de drempel om hulp te zoeken hoger. “Men denkt dat er toch niets aan te doen is, terwijl een vroege diagnose en behandeling juist het verschil kan maken.”
Men denkt vaak dat er niets aan COPD te doen is, terwijl een snellere diagnose en de juiste behandeling het verschil kunnen maken.
Nieuwe ontwikkelingen
Nieuwe ontwikkelingen zijn hard nodig. Want COPD is niet alleen een chronische longziekte met een flinke impact op emotioneel, fysiek en sociaal vlak; het staat ook wereldwijd op nummer 3 van belangrijkste doodsoorzaken. Al jaren wordt onderzocht of de behandeling van deze progressieve ziekte kan worden verbeterd, onder andere door de zorg anders in te richten met sterke landelijke zorgpaden en door het inzetten van behandelingen zoals biologicals. “Dit zijn antilichamen die specifiek die ontstekingscellen uitschakelen die een rol spelen bij longaanvallen,” legt dokter Franssen uit. “Belangrijk, want juist die aanvallen dragen sterk bij aan ziekteprogressie én sterfte aan COPD.”
Hoe eerder, hoe beter
De longarts benadrukt verder dat COPD-patiënten zélf ook veel kunnen doen. “Stoppen met roken blijft belangrijk, net als voldoende bewegen, een gezond gewicht en vaccinaties tegen griep, COVID19, pneumokokken en het RS-virus. En heb je longklachten? Ga in gesprek met je huisarts. Er zijn vaak meer behandelopties dan je denkt. En hoe eerder we kunnen ingrijpen, hoe beter.”
Meer informatie
Wil je meer weten over COPD? Klik hier voor meer informatie.
Frits Franssen
Longarts en hoofd afdeling Longziekten
Maastricht UMC+
MAT-NL-2500786 (november 2025)
