Home » Huidkanker » Aanvullende therapie na melanoom-operatie
Sponsored

Dit artikel is financieel mede mogelijk gemaakt door MSD


Chirurgie is de hoeksteen in de behandeling van melanoom. Patiënten met stadium III-melanoom kunnen ook baat hebben bij aanvullende therapie. Deze kan bij een deel van de patiënten nieuwe uitzaaiingen voorkomen.

Alexander van Akkooi

Alexander van Akkooi

Melanoom en sarconoom chirurg bij het Antoni van Leeuwenhoek

Preventief

“Ongeveer de helft van de mensen met stadium III-melanoom krijgt binnen twee jaar na behandeling weer uitzaaiingen. Met adjuvante therapie -een preventieve aanvullende behandeling- voorkomen we de terugkeer van melanoom bij gemiddeld twintig procent van de patiënten”, zegt Alexander van Akkooi, melanoom en sarconoom chirurg bij het Antoni van Leeuwenhoek.

Een van de kenmerken van melanoom in dit stadium is dat er sprake is van uitzaaiingen naar de lymfeklieren.

Uitzaaiingen

Voor de behandeling van melanoom is chirurgie al decennialang de hoeksteen. Het melanoom zelf wordt, als de bron bekend is, eerst verwijderd. Dat er sprake is van stadium III-melanoom komt soms aan het licht bij de diagnosestelling door middel van een schildwachtklierprocedure; een onderzoek in een lymfeklier.

Dat we bij een deel van de patiëntengroep nieuwe uitzaaiingen kunnen voorkomen is natuurlijk een enorme winst

Er zijn ook patiënten die al eerder melanoom hebben gehad en op het spreekuur in het ziekenhuis verschijnen omdat ze bijvoorbeeld een bultje hebben ontdekt in de hals, oksel of lies. Scans wijzen doorgaans uit of en waar er sprake is van (nieuwe) uitzaaiingen.

Twee soorten aanvullende therapie

De aanvullende therapie waarvoor sommige patiënten in aanmerking komen kan bestaan uit targeted therapy of uit immuuntherapie. Bij de eerstgenoemde doelgerichte therapie moet medicatie in de vorm van tabletten de schadelijke werking van specifieke eiwitten op een tumor remmen.

Onder immuuntherapie vallen behandelingen met medicatie die erop is gericht om het lichaamseigen afweersysteem, dat wordt aangetast door de kanker, weer te activeren en dus beter te laten functioneren. Deze therapie wordt toegediend via een infuus.

“Nieuwe uitzaaiingen na een chirurgische operatie zijn vaak eerst nog microscopisch klein en worden daarom vaak niet opgemerkt bij onderzoek. Welke groep patiënten met stadium III-melanoom nu precies baat heeft bij aanvullende therapie is niet bekend. Daarom komen in principe alle patiënten met dit type kanker hiervoor in aanmerking, om zo het risico op de terugkeer van deze ziekte zo veel mogelijk te beperken.”

Voorheen werden immuuntherapie en targeted therapy alleen ingezet bij patiënten met stadium IV-melanoom, waarbij er sprake is van uitzaaiingen naar de organen.

Bewustzijn

Patiënten met stadium III-melanoom die in aanmerking komen voor aanvullende therapie hebben een doorverwijzing van hun hoofdbehandelaar nodig. Alleen in de veertien melanoom gespecialiseerde ziekenhuizen in Nederland kan deze therapie worden gegeven, doorgaans door een andere behandelaar dan de eigen arts.

Met adjuvante therapie -een preventieve aanvullende behandeling- voorkomen we de terugkeer van melanoom bij gemiddeld twintig procent van de patiënten

Van Akkooi vindt het belangrijk dat meer mensen, zowel artsen als patiënten, afweten van het bestaan van deze aanvullende therapie mogelijkheden. “Dat we bij een deel van de patiëntengroep nieuwe uitzaaiingen kunnen voorkomen is natuurlijk een enorme winst.

Met een vergroting van het bewustzijn kunnen we ervoor zorgen dat niemand wordt vergeten en uiteindelijk realiseren dat zo veel mogelijk mensen de meest optimale behandeling ontvangen.”

Voorlichting

De medisch specialist waarbij de patiënt onder behandeling is kan vaak meer informatie verschaffen over de behandelmethoden van melanoom. Daarnaast zijn er organisaties en initiatieven die patiënten kunnen helpen. “Te denken valt aan Stichting Melanoom, de website www.kanker.nl en de veertien melanoomcentra zelf natuurlijk”, zegt Van Akkooi.

Goede voorlichting zorgt er niet alleen voor dat zo veel mogelijk mensen met melanoom de juiste behandeling krijgen. Het neemt ook eventuele misverstanden weg, denkt Van Akkooi. “Veel mensen weten bijvoorbeeld niet wat immuuntherapie precies inhoudt en er bestaat ook vrees.

Gelukkig zien we dat de meerderheid van de patiënten deze aanvullende behandeling vrij goed verdraagt zonder ernstige bijwerkingen. Voor een deel zijn er, net als bij doelgerichte therapie, zogezegd mooie resultaten in preventie. Ook hier geldt: voorkomen is beter dan genezen.”

Next article