Skip to main content
Home » News » De griepprik in coronatijd
Influenza

De griepprik in coronatijd

Sinds begin van deze eeuw is de vaccinatiegraad voor influenza gedaald van 75% naar 50% van de doelgroep. Dat zijn mensen van 60 jaar en ouder en degenen onder de 60 jaar met bepaalde chronische aandoeningen. In het algemeen lijkt de vaccinatiebereidheid af te nemen, maar voor influenza was de daling veel groter dan bij kinderen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).  

Die dalende tendens is inmiddels gekeerd door meer aandacht voor vaccinatie in het algemeen. Door de coronapandemie is duidelijk geworden hoe belangrijk vaccinaties zijn bij het beheersen van luchtweginfecties. Ook bij griep is de langetermijnschade vaak groot, bijvoorbeeld door een verhoogde kans op een hartinfarct in de maanden na een griep. In 2020 is de griepvaccinatiegraad flink gestegen. 

Verklaring van daling

Voor het RVP wordt de daling soms toegeschreven aan het niet meer zichtbaar zijn van de kinderziektes waartegen de vaccinaties beschermen. Voor influenza ligt dat anders. De influenza-epidemie van de winter van 2018 duurde 18 weken en er waren meer dan 900.000 griepgevallen. Huisartspraktijken en ziekenhuizen waren overbelast. De oversterfte tijdens de epidemie bedroeg 9.500 doden, meest ouderen. Dat zou omgerekend een sterftepercentage door influenza van 1% betekenen. In 2021 was er geen enkel geval van griep, door de afstandsmaatregelen die nog meer dan bij corona de verspreiding van griep verhinderden. 

Het vertrouwen in de werkzaamheid van het griepvaccin speelt mogelijk een rol. Vaccinaties bij kinderen beschermen vrijwel volledig. Bij ouderen werken vaccins minder goed vanwege de verouderende afweer en ligt vaak rond de 50%. Dat geldt ook voor de pneumokokkenprik, die in 2020 is ingevoerd voor ouderen. Voor influenza geldt ook nog eens dat het virus voortdurend muteert, waardoor er in sommige jaren een zogenaamde mismatch is tussen het circulerende virus en de vaccinstam. Voor het coronavaccin was tevoren geformuleerd dat 50% werkzaamheid al mooi zou zijn. De werkzaamheid van de coronavaccins blijkt bij ouderen veel hoger dan verwacht. 

Het is lastig uit te leggen dat een vaccin met een matige werkzaamheid bij een zeer veel voorkomende aandoening toch een hoge absolute bescherming leidt. Zo werd voor Nederland berekend dat gemiddeld in de periode 2003-2015 bij een vaccinatiegraad in de gehele bevolking van (toen nog) 21%, er per jaar 2075 ziekenhuisopnames en 1108 sterfgevallen werden voorkomen 

Over de grens

Elders in de wereld zijn er talloze innovaties in de griepvaccinatie geweest, die aan Nederland zijn voorbijgegaan. Wat moet er veranderen in het programma? Een vernieuwing zou kunnen zijn het vaccineren van alle zwangeren. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseerde dat al in 2012, om de vrucht te beschermen en om de pasgeborene afweerstoffen mee te geven. Bovendien voorkomt het dat de moeder griep krijgt en zelf de pasgeboren baby besmet met influenza. Nederland is het laatste land in Europa dat dit advies nog niet heeft geimplementeerd. De WHO breidde de aanbevelingen uit naar kinderen tussen de 6 maanden en 6 jaar, omdat bij hen de hoogste ziektelast wordt gevonden en zij bovendien een bron van besmetting voor ouderen vormen.  

Ook zijn er verbeteringen in het vaccin gekomen. Er kwam een in de neus toegediend, levend verzwakt vaccin, vooral voor kinderen; er werd een extra B-stam aan het vaccin toegevoegd (het quadrivalente influenza vaccin); de toevoeging van een hulpstof en ook een vaccin met vier keer zoveel antigeen lijkt ouderen beter te beschermen. De Gezondheidsraad heeft daarover nog niet geadviseerd. Het wachten is op een universeel vaccin dat de problemen met verminderde immuniteit én de frequente mutaties omzeilt.  

In het Verenigd Koninkrijk was er geen of nauwelijks daling van de griepvaccinatiegraad. Daar zijn de genoemde innovaties wel ingevoerd. De vaccinatie van kinderen leidt naast minder ziekte bij kinderen ook tot lagere oversterfte bij ouderen. De apothekers kregen een rol bij de toediening van het vaccin. In het VK gaat de vaccinatie door tot 1 april of minstens totdat de epidemie over het hoogtepunt heen is. In tegenstelling tot in Nederland wordt in het VK de vaccinatiegraad bij zorgverleners nauwkeurig gevolgd. Die blijkt in het VK even hoog als in de risicogroepen.  

Het Nederlandse griepvaccinatieprogramma moet op de schop, qua indicaties, vaccintype, de implementatiekanalen, tijdstip van vaccinatie, voorlichting en de vaccinatie van zorgmedewerkers. 

Meer informatie

Dit stuk is geschreven door Dr G.A. (Ted) van Essen, huisarts niet-praktiserend. Voor meer informatie kan je terecht bij de Influenza Stichting.

Next article